Giesbaargs
Het Geraardsbergs dialect
Oost-Vlaams of
Brabants?
Geraardsbergen ligt in de provincie Oost-Vlaanderen en dus is het
dialect Oost-Vlaams. Dat lijkt een logische redenering, maar Geraardsbergen
ligt ook in de Denderstreek en het dialect van andere Dendersteden, Aalst en
Ninove, wordt gerekend tot het Brabants.
Waarom het Giesbaargs toch Oost-Vlaams is en niet Brabants heeft de
Geraardsbergse taalkundige dr. Frans van Coetsem aangetoond.
Met Geraardsbergen
(G) als kernpunt strekt het zich uit ten zuidwesten, zuiden en zuidoosten tot
aan de huidige provinciegrens, ten noordwesten, noorden en noordoosten tot en
met Parike, St.-Martens-Lierde, St.-Maria-Lierde, Ophasselt,
Smeerebbe-Vloerzegem, Voorde, Appelterre-Eichem, Pollare en Denderwindeke. Er
loopt in dit gebied een dialectgrenzenbundel ongeveer van noord naar zuid,
zodat Denderwindeke als «Brabants» en Geraardsbergen als «Vlaams » dikwijls
tegenover elkaar kunnen worden gesteld. De Denderstreek schijnt hier dus wel
overgangszone te zijn met afnemende dichtheid der grenslijnen naar gelang men
zich meer naar het oosten respectievelijk het westen verwijdert
Door middel
van een paar belangrijke taalverschijnselen kan men dat aantonen. Zo is het
verschijnsel van de e-apocope, de
wegval van eind-e (deure / deur) bijzonder illustratief.
Geraardsbergen heeft deure,
Denderwindeke deur. De grens
tussen het deure- en het deur-gebied loopt van noord naar zuid ten
westen van Appelterre-Eichem, Zandbergen en Nieuwenhove. Een zelfde kaartbeeld
vertonen een aanzienlijk aantal andere woorden: aarde/aard, doze/doos, duive/duif, erwte/erwt, kele/keel enz. De apocopelinie
kan nog westelijker verlopen, bijvoorbeeld in het geval zone/zoon; zone komt voor ten westen van Voorde, Zandbergen, Grimminge,
Moerbeke en Viane. In een geval als rijpe/rijp omvat het
apocopegebied zelfs Ophasselt, Schendelbeke, Onkerzele en ook Moerbeke en
Viane, zodat de lijn nog westelijker verloopt dan bij de reeds geciteerde
voorbeelden. In enkele gevallen als fijne/fijn
valt ook Geraardsbergen binnen het apocopegebied. De niet-geapocopeerde vorm
werd aangetroffen in St.-Maria-Lierde, St.-Martens-Lierde, Parike, Zarlardinge,
zodat ditmaal de lijn die nog steeds van noord naar zuid gaat, in het
onderzochte gebied uiterst westelijk ligt. Omgekeerd gebeurt het soms dat de
ten oosten van Geraardsbergen liggende gemeenten, in het bijzonder
Denderwindeke niet-geapocopeerde vormen kennen, zoals in kribbe en ribbe.
Al is het
dus waar dat het gebied waar de e-apocope
algemeen is, nog dieper in Brabant ligt, toch is het veelbetekenend dat de as
van de klankgrenzenbundel van dit verschijnsel de boven aangegeven lijn blijkt
te volgen, nl. ten westen van Appelterre-Eichem, Zandbergen en Nieuwenhove. Van
de woorden die in mijn materiaal door de e-apocope getroffen zijn, volgen er
ongeveer vijftig procent deze lijn; westelijk of oostelijk is de dichtheid der
betreffende grenslijnen bijgevolg belangrijk minder.
Ook de
grens tussen de gesloten «Brabantse» i in dit en de meer open «Vlaamse» variant
loopt van noord naar zuid, oostelijk van de stad Geraardsbergen. De «Brabantse»
i in dik ontmoet een meer open
«Vlaamse» variant op een lijn ten westen van Voorde, Zandbergen, Grimminge,
Moerbeke en Viane. Naarmate men meer westelijk komt, krijgt deze i een meer open timbre. Daarvan, alsook
van de zich hiermee parallel gedragende u,
bijvoorbeeld in dun, zijn veel
voorbeelden te geven.
Al zijn de
hier genoemde verschijnselen niet talrijk, toch zijn ze voldoende illustratief.
Ze zijn zo gekozen dat ze de Vlaams-Brabantse taaltegenstelling typeren, en dus
hier een weerspiegeling kunnen zijn van de middeleeuwse territoriale grens
tussen het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant.
Het is belangrijk hier
op te merken dat ook noordelijk van Geraardsbergen de Denderstreek haar
taalkundig grenskarakter tot uiting laat komen. Daar de middeleeuwse
territoriale grens tussen het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant
ten oosten van Geraardsbergen en van de andere Dendersteden met name Ninove,
Aalst en Dendermonde lag, is het wel merkwaardig dat een aantal belangrijke
noord-zuidelijke dialectgrenslijnen een zodanig verloop vertonen dat ze Geraardsbergen
bij het westelijke gebied indelen, Aalst en bij het oostelijke. Met
inachtneming van zekere reserves is dit ook het geval met de twee boven
besproken taalverschijnselen. Al zijn de termen Vlaams en Brabants uiteraard
relatief, zeker wanneer ze toegepast worden op dialecten van een grenszone als
de Denderstreek, toch is het veelzeggend dat bij onderlinge vergelijking het
Geraardsbergs Vlaams van inslag blijkt te zijn, terwijl de dialecten van Aalst
en Ninove dan als Brabants moeten worden beschouwd.